scroll
Scroll naar benedenvoor het laatste nieuws

Monaco: eindelijk weer Coulthard

Gepubliceerd op 26 mei 2002 door Dennis Visser

52 Jaar geleden was het Juan Manuel Fangio die in zijn Alfa Romeo 158 de 318 kilometer van de Grand Prix van Monaco als snelste aflegde. De gemiddelde snelheid in het prinsdom was destijds 98,7 kilometer per uur. Fangio herhaalde dit kunstje alleen in 1957.
Sindsdien is er heel veel veranderd. De Grand Prix is ruim 50 kilometer korter geworden, de gemiddelde snelheid in de race zo'n anderhalf maal zo hoog, en de veiligheid van de Formule 1-wagens is sterk toegenomen. Desondanks doet het circuit van Monaco op een aantal punten nog heel sterk denken aan het circuit van destijds. Het kunnen inhalen van concurrenten is haast onmogelijk, en alhoewel de opvangmogelijkheden wat talrijker en sterker zijn, wordt nog steeds ieder foutje genadeloos afgestraft. Deze wetenschap, gecombineerd met heel veel stuurmanskunst, zorgt er nog altijd voor dat Monaco alleen geschikt is voor coureurs met veel talent, veel lef en een goede auto.

Vandaag was David Coulthard voor wie alles perfect liep. Hij won voor de tweede maal in zijn carriëre de Grand Prix van Monaco. Een zwaar bevochten Grand Prix, waarin hij de leiding niet één maal uit handen gaf.



Coulthard op de hoogste trede voor het eerst sins mei 2001

Bij de start schoof hij direct voorbij polesitter Montoya, die aansloot. Michael Schumacher maakte geen geweldige start en bleef derde, vóór broer Ralf. Tot de 44e ronde bleef deze top vier gelijk, maar door de geringe afstand tussen de coureurs was er geen moment sprake van de in Monaco zo vaak geziene saaie optocht. Vooral het gevecht om de tweede plaats tussen Montoya en Michael Schumacher bleef tot aan de pitstop van de Duitser spannend.

Ook de vele incidenten zorgden voor de nodige spanning. In de 23e ronde maakte Takuma Sato een angstig moment mee door op volle snelheid zijn wagen in de tunnel te verliezen. Teamgenoot Fisichella, vlak achter de Japanner, kon tenauwernood ontwijken waardoor een zwaarder ongeluk uitbleef.
Vijf ronden later was het Felipe Massa die de aandacht van iedereen op zich wist te richten: nadat Enrique Bernoldi zijn Arrows voorbij de Sauber had gemanouvreerd vond Massa het blijkbaar nodig om met zijn neus Bernoldi nóg iets verder naar voren te duwen. Beide wagens werden echter onbestuurbaar, zodat beide coureurs kortstondig naast de baan belandden. Het leverde Massa een stop-and-go penalty op.
Angstige momenten hierna voor David Coulthard. Bij het opschakelen kwam er gedurende een flink aantal ronden een witte pluim rook uit de linkerkant van de motor. Al snel vertelde Coulthards engineer hem echter dat er geen probleem was, maar het zou niet de enige motor zijn die de geest gegeven zou hebben.
Rubens Barrichello en Kimi Raikkonen kwamen bij de haven met elkaar in aanraking. Uiteindelijk betekende dit het einde voor de Fin, terwijl Barrichello moest binnenkomen voor een nieuwe neus en voor een stop-and-go.


DC bleef Schumacher de hele race 'gemakkelijk' voor

Terug naar de top vier: in de 44e ronde was het Michael Schumacher die als eerste van de top een pitstop maakte, twee ronden later gevolgd door het uitvallen van Montoya. Een mooi gevecht kwam ten einde door het ploffen van een Montoya's BMW-motor. Het duurde maar liefst nog zes ronden totdat David Coulthard naar binnen kwam voor zijn enige pitstop, één ronde later dan Ralf Schumacher. Het moment van Coulthards stop bleek perfect te zijn uitgekozen, want hij hield nog zo'n twee seconden voorsprong over ten opzichte van Michael Schumacher. Tot het einde van de race bleef dit gevecht spannend: het ging tot in de laatste ronde door.

Een aanvaring tussen Panis en Button, en harde crashes van Massa en Salo wezen tenslotte nog op de onverbiddelijke aard van Monaco. Fouten werden vroeger, en worden tegenwoordig nog altijd hard afgestraft. En ook het vrijwel niet in kunnen halen in Monaco bleek tot in de laatste bochten, met diverse gevechten die mede werden beslist door gebrek aan ruimte.

Kortom: een mooie en spannende race, met een winnaar die tot de laatste meter zelf vocht voor een verdiende overwinning. En zo hoort het.