Max blikt terug op eerste F1-races om samen vooruit te gaan

Gepubliceerd op 24 april 2015 door Niels Hendrix

Het is tijdens de persconferentie in Zandvoort de meest gestelde vraag, dus Max Verstappen beantwoordt hem nogmaals, voor een van de zeventig aangemelde journalisten. Hoe kijk je terug op je eerst vier races in de Formule 1? “Positief. We hebben de snelheid en op de problemen na, is de auto heel goed. Daarmee kunnen we in de top tien vechten en dat hebben we ook al bewezen. In de kwalificatie en races hebben we het goed voor elkaar.” Een cijfer durft Max daar ook aan te hangen: “Tussen de zeven en de acht. Zeker in China reed ik echt een super race. De hele wedstrijd heb ik met een glimlach in de auto gezeten en ik denk dat dat wel heel belangrijk is.”

Wat is er je meegevallen? “Fysiek is alles prima onder controle, dus daar ben ik wel heel blij mee.” En wat kan er nog beter? “Ik denk dat het op alle vlakken beter kan. Dat is altijd wel mijn doel. Je bent nooit goed genoeg: als je één keer iets doet, dan kan het altijd beter. Denk aan de pitstops of de manier van aanpak. Ieder team streeft altijd naar verbetering.”

Over verbetering gesproken, we kunnen er niet om heen: de motor. “Natuurlijk hebben we in de races onze problemen gehad, maar het is belangrijk om nu samen de koppen bij elkaar te steken en vooruit te kijken, goed samen te werken en positief te blijven. Niemand wil in deze situatie verkeren, ook Renault niet. Ook zij willen het heel graag oplossen. We weten dat als we het voor elkaar krijgen, we met de topteams kunnen vechten. We zullen moeten afwachten tot Barcelona, maar ik heb er vertrouwen in dat Renault het beter voor elkaar krijgt. Ze hebben laten zien dat ze wereldkampioen kunnen worden, vier keer op rij zelfs, maar dat wordt nu opeens vergeten. Renault heeft een geweldige historie in de Formule 1, dus ze kunnen echt wel een motor ontwikkelen.”

Was de race in China, toen je drie ronden voor de finish vanaf P8 met pech uitviel, het moeilijkste moment? “Ja, dat zagen we niet aankomen, en dat zou gewoon een super finish zijn geweest. Maar ja, die dingen gebeuren. Op dat moment is het natuurlijk extreem balen, maar vanuit daar ga je weer verder en probeer je het beter voor elkaar te krijgen. Je hebt geen punten gepakt en zeker aan het begin van het seizoen is dat wel heel zonde. Maar de mensen hebben wel gezien dat je een goede race hebt gereden.” Max laat zich er voor de volgende Grand Prix, in Spanje, niet door van de wijs brengen. “Nee,
je kunt niets overhaasten en ik ga die race gewoon hetzelfde in.”

De race in Barcelona markeert het begin van het Europese deel van het seizoen. “Het zal helpen dat ik die circuits al ken, op Monaco na”, vertelt Max. “Dat maakt makkelijker om vanaf de eerste training aan de afstelling van de auto te werken, terwijl ik die anders gebruikte om de baan te leren kennen. Dat is een klein voordeel ten opzichte van de overzeese circuits. Hopelijk kunnen we weer voor de punten gaan. We zullen het moeten hebben van de circuits waar je veel downforce nodig hebt.”

Hoe belangrijk zijn die vrije trainingen? “In de vrije trainingen bouwen we het rustig op. Het is moeilijk om te zien waar je dan echt staat. Je weet het zelf wel, maar de buitenwereld niet. Eigenlijk hecht ik heel weinig waarde aan de rondetijden in de vrije trainingen. Je bent dan bezig om de auto af te stellen en te verbeteren, maar nog niet met snelle ronden. In de kwalificatie moet je het voor elkaar krijgen en helaas lukte dat niet in Bahrein. Maar daar leer ik alleen maar van. Gewoonlijk zijn we in de race altijd sterk en dat is het allerbelangrijkste.”